Wat is neptaal?

Op deze pagina van onze website gaat het over verantwoordelijkheden voor onze leefomgeving. Over vertrouwen en compassie. En, bij het laatste vinkje, over neptaal. Maar wat is neptaal?

Het woord ‘neptaal’ is bij me blijven hangen. Wanneer is iets neptaal? Is het neptaal als je moeilijke woorden gebruikt? In sommige gesprekken kan het gebruiken van specifieke, niet altijd gangbare woorden of afkortingen toch heel verhelderend zijn? Als ik bij de slijter een speciaalbiertje koop vind ik het nuttig om te weten dat het een NEIPA is en geen RIS, dat hij met Citra gehopt is, een Untappd-score heeft van boven de vier (4.23 zelfs, kun je nagaan) en dat het een collab met een Engelse brouwerij betreft. Maar ik ben een liefhebber. De verkoper en ik spreken dezelfde taal.

Wat als ik geen liefhebber was? Wat als ik zomaar op zoek was naar een cadeautje voor een vriend? Dan zou ik liever horen dat het een lichtkleurig, bitterzoet bier is. Met een leuk etiket. En een schappelijke prijs, want kijk: de brouwer heeft nog een ander biertje met een soortgelijk etiket. Een donker biertje. Doe die ook maar. Kunnen ze samen in een cadeauverpakking? Ik betaal en tevreden verlaat ik het pand.

Toepasselijkheid

Zou dat neptaal maken: het gebruiken van taal die niet toepasselijk is? Woorden en afkortingen gebruiken waarvan je met je gezonde verstand kunt inschatten dat de persoon of groep waarmee je in gesprek bent, er nog nooit van gehoord heeft? Zinsconstructies toepassen die de gemiddelde lezer eerst uitgebreid moet analyseren voordat hij begrijpt wat er staat?

Als ik een monteur over de vloer krijg die mijn CV-ketel komt repareren, hoef ik geen details over hoe de ketel precies werkt. Ik wil weten of ‘ie hem kan maken. Hoe lang dat ongeveer duurt. Wat dat kost. Of hij nog een keer moet terugkomen omdat hij onderdelen moet bestellen. En of hij suiker in zijn koffie heeft, want dan moet ik even achter in de kast zoeken. Ik weet zeker dat ik nog ergens een half pak suiker had.

Waarom neptaal?

Waarom gebruiken mensen eigenlijk taal die niet toepasselijk is als ze wéten dat dat zo is? Ik kan een aantal redenen bedenken. Ik kan me voorstellen, als het om jargon gaat, dat je zo gewend bent aan bepaalde woorden dat je het niet direct door hebt dat een ander je misschien niet kan volgen. Maar jargon of wolligheid kan ook een opgeblazen wolk zijn om je achter te verschuilen. “In het kader van de veranderde wetgeving op het gebied van de verwerking van organisch materiaal hebben we de aan u verstrekte verzamelunits gesubstitueerd voor units met een gereduceerde capaciteit.” Wacht even, jullie hebben wát?!

Of gebruik niet algemeen gangbare woorden om hoog van de toren te blazen. Het voorbeeld in de eerste alinea van dit blog werkt prima om in de kroeg te laten zien dat je veel van speciaalbier weet. Of eigenlijk werkt het vooral prima om in de kroeg te laten zien dat je een tikkeltje arrogant bent. “Citra, weet je niet eens wat dat is? Tssk.” Citra is een hopsoort, trouwens. Daarvan ken ik er eigenlijk maar een paar bij naam, omdat ze ik ze een keer op een etiket gezien heb. Vertel maar niet verder. Is slecht voor mijn biersnobstatus.

Wat is neptaal?

Weet jij het? Ik weet het niet precies, ik stel eigenlijk alleen maar vragen. Maar als je mijn groenbak wilt vervangen door een kleinere, just tell me so.

Mirjam

Jonge mensen op leeftijd gezocht!

Spiegelbeeld vertel eens even….

Het lot van onze kinderen en jongeren doen het goed in het politieke debat. Ook in de media of in ons dagelijkse praatje staan de ‘kids’ vaak in het middelpunt. Of het nu gaat om de vorderingen van studie of school. De enorme hoge kosten van opvang. Een wachtlijst van de sportclub of de enorme begaafdheid en leerprestaties.

Onze kinderen doen het altijd goed.

We hebben het zelden over de toename van zelfdoding bij jongeren. Over een kind met negatieve gedachten en verwachtingen voor de toekomst. Onze zorgen over de gevolgen van de digitalisering of de invloed van social media op het welzijn van de jongere generatie. De instituties, de markt en de media kraken in hun voegen als het gaat om de juiste begeleiding en zorg voor onze jonge medemensen.  In de belangrijkste ontwikkelingsperiode van hun leven staan zij met de handen in het haar.

En wat doen wij?
Uit onmacht roepen wij: blijf van onze kinderen af!

Zijn we niet teveel gewend geraakt dat anderen het oplossen voor ons als opvoeders en begeleiders? Is dit niet het moment om eens goed in de spiegel te kijken?

De ‘egocratie’ loslaten.

Als je goed nadenkt over de omstandigheden van de aarde nu en de uitdagingen voor toekomst. Dan weet je dat de jongere generaties het minder gemakkelijk zullen krijgen.

Zij zullen moeten samenwerken om te zorgen dat de belangrijkste bestaansmiddelen voor handen blijven. De zorg voor schone lucht, verstandig en duurzaam beheer van de aarde en voldoende schoon water. Ze moeten overgaan op alternatieve voeding die minder belastend is voor de leefomgeving.

Ze moeten vernieuwen en nadenken  over een circulaire economie, die gelijkwaardig is. Ze moeten op korte termijn alternatieve en ecologisch verantwoorde energiebronnen  ontwikkelen. En dat vraagt om een nieuwe kijk op economie, verdeling van middelen, het vergt vrij denken, gelijkwaardigheid en samenwerking over grenzen.

Dat is nogal een klus om te klaren. Een klus waar we allemaal onze schouders onder moeten zetten.

Goed voorbeeld doet volgen en oud leert jong?

Bij de groep mensen die verantwoordelijk zijn voor het geven van het goede voorbeeld, zoals ikzelf, merk ik nogal wat terughoudendheid om zich in te zetten. Zij denken nog te vaak: “het zal mijn tijd zal wel uitduren”.

Dit ondanks het feit dat wij onze volledige medewerking hebben verleent aan alle vervuilende effecten van de afgelopen 50 jaar. We hebben alles in het belang van de gezamenlijk welvaart en persoonlijk gewin gesteld. En we maken weinig aanstalten onze verkeerde keuzes te herstellen.

Zijn wij in staat om het algemeen welzijn en de planeet voorop te stellen?
Zijn wij in staat om de ‘egocratie’ achter ons te laten?

Met je kop in ’t zand.

Mijn vermoeden is dat we morgen alweer met andere zaken bezig zijn. Dat we alleen oog hebben voor onszelf.

In ons afnemende vermogen om de aandacht op de toekomst te richten ruilen we liever onze privé gegevens voor gratis gebruik van providers, zoekmachines en social media. We zijn allemaal drukke BN’ers op het internet. We wekken de digitale suggestie van het perfecte leven. We bevrienden alleen gelijkgestemden en wensen anderen bits het online graf in. Maar vergeten om te kijken naar Nel van nummer 83 die al drie weken dood in haar appartement ligt.

Dit zijn de feiten over wat de technologische ontwikkelingen en digitalisering met ons doet.
Als we de ‘algoritmes’ hun werk laten doen.
Onze kinderen stellen we, vanaf zeer jonge leeftijd, bloot aan deze digitale ‘matrix’. Terwijl we nog niet weten welke gevolgen dit kan hebben op het jonge brein.
Zelf scrollen we regelmatig langs de voorbeelden van lichamelijk en geestelijk misbruik met soms zelfdoding als gevolg, maar dat klikken we vaak snel weer weg als onze vriendengroep om aandacht bliept.

Onszelf opnieuw uitvinden.

Is dat ons nalatenschap als opvoeders en begeleiders? Is dat het voorbeeld en het beeld wat we willen achterlaten? Of willen een boodschap van hoop achterlaten. Een boodschap waarin we vanuit het gedachtegoed vrij – gelijk – samen laten zien dat we prima samen kunnen leven als we eerst leren met onszelf te leven.
We betalen belasting maar de grote vraag is of jij vindt dat daarmee onze verantwoordelijkheid aan de samenleving en de planeet is afgekocht? Ben je een weldoener als je mee betaalt of is dit een basis houding voor ieder mens? Zie jij en luister jij in jouw leefomgeving waar het goed gaat en waar niet? Zie jij de mensen achter de voordeuren?

Durf jij op te staan en een klein stukje wereld te verbeteren in je directe leefomgeving?
Durf jij het goede voorbeeld te geven?

Als we dit massaal aandurven dan kunnen we de oorzaken van de vervreemding van elkaar aanpakken. Als we gaan werken aan een samenleving waar de menselijke waardigheid centraal komt te staan zal onze kijk op elkaar en onze betrokkenheid tot elkaar vanzelf ten goede veranderen.

Pieter Hessel

DDD #004 Wat kan jij?

Het project-idee voor bestaansbeginsel gaat het over het idee om iedereen een goede start te geven in het leven. Het bestaansbeginsel is een andere manier om het basis-inkomen te omschrijven. Het is een gelijkwaardige start voor iedereen, een basis die iedereen nodig heeft om zichzelf te kunnen ontplooien, een dak boven je hoofd, voldoende eten, voldoende slaap en voldoende mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen en anderen in je omgeving te helpen.

Iedereen gelijk, iedereen gelijkwaardig.

Stel dat we iedereen een bestaansbeginsel gunnen, zouden er dan beroepen en bedrijfstakken zijn die overbodig zijn? Als het niet meer gaat om de marktwerking en winsten welke sectoren zijn dan van cruciaal belang voor onze samenleving?
Gaan we niet meer werken als we een bestaansbeginsel krijgen of verrichten we alleen nog maar werkzaamheden die ertoe doen?

Zou het niet fijn zijn als je je geen zorgen meer hoeft te maken over je dagelijkse behoeften? Wat zou jij doen als dagbesteding? Zou jij jezelf zinvol gaan inzetten voor je omgeving en/of de samenleving?
Als we allemaal iets gaan doen wat bij ons past, op ons eigen niveau? En als we dit gaan doen vanuit de gedachte dat jij kunt doen waar je goed in bent en dat we daar met zijn allen van kunnen profiteren?

Wist je dat meer dan 80% van de Nederlanders bereidt is hulpvaardig te zijn in de buurt, wijk of dorp?
Waarom zie je daar niet zoveel van?
Dat komt omdat we moeite hebben met het vragen, aanbieden en accepteren van hulp.

Dat we moeite hebben om hulp aan te bieden:
We hebben zo’n druk bestaan dat we geen tijd nemen om elkaar te helpen. We leggen een hoge druk op elkaar om mee te doen en we zijn vergeten stil te staan en na te denken.

We vinden het moeilijk om hulp te vragen:
Ik wil anderen niet lastig vallen met mijn problemen, iedereen heeft het al zo druk.

We hebben moeite om hulp te accepteren:
We moeten alles zelf kunnen, we willen zelfvoorzienend zijn. We zijn eigenwijs en wijzen, ten koste van onze eigen gezondheid en levensomstandigheden, tijdelijke of structurele hulp af.

Op dit moment worden we met onze neus op de feiten gedrukt en is zelfvoorzienend niet voldoende. We kunnen een volgende stap nemen naar samenvoorzienend, elkaar helpen en ondersteunen, elkaar ontmoeten en samen ontspannen, met elkaar bouwen en wonen, met elkaar ondernemen en delen.

Wat kan jij?

DDD

DDD #001 Gemeenschapskracht

Gemeenschapskracht en zelfsturing zijn begrippen die ik de laatste tijd steeds vaker hoor.
In mijn gesprekken met initiatiefnemers die hun eigen buurt, wijk of dorp willen omvormen.

Vanuit deze initiatieven is de gemeenschapskracht de belangrijkste pijler. Iets wat niet nieuw is en al heel lang bestaat als ‘naoberschap’ in Twente en Achterhoek of ‘mienskip’ in Friesland. Internationaal bekend als de ‘commons’.

De bron achter deze begrippen is voor mij:

De aarde is van iedereen en daarom zijn de opbrengsten en het koesteren van onze leefomgeving een verantwoordelijkheid voor iedereen.

De aarde kan geen eigendom zijn, het is een organische leefomgeving waarvan alles een onderdeel is. We hebben de afgelopen twee eeuwen alleen oog gehad voor de opbrengsten en nu wordt het tijd om te koesteren. Dus moeten we allemaal naast onze huidige rechten en plichten onze verantwoordelijkheden gaan nemen. Door deel te nemen, dialoog te voeren en mee te denken over alles wat onze leefomgeving beïnvloed.

Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Peel en Maas, waar al 15 jaar wordt geëxperimenteerd met gemeenschapsontwikkeling.

Meervoudige overheid

Uiteindelijke uitdaging is om de Autoritaire- en Regelgestuurde overheid, vaak omschreven als ‘betutteling’, steeds meer achter ons te laten en te kiezen voor de communicatieve overheid.
Ik denk dat de gemeente Peel en Maas een mooie voorbeeld functie kan vervullen voor de gemeenschapsontwikkeling van de toekomst. Als gemeente experimenteren zij met vormen van inspraak middels een burgerraad en meerdere steden willen gaan volgen. Democratie betekent: zeggenschap van het volk, en wordt hier in de praktijk gebracht.
In Ierland gebeurd dit sinds 2011 op grotere schaal, een raad van willekeurig gekozen burgers adviseert de nationale regering over lastige politieke thema’s als abortus en klimaatverandering.

Tijdens mijn dagelijkse bezigheden zoek ik naar mensen om een Deelgenootschap (DG) mee te kunnen aangaan. DG is een onderlinge verbinding die je aangaat met een ander om te komen tot samenwerking. Die samenwerking komt vanuit een gezamenlijke overtuiging of bron. De verbintenis is gebaseerd op ieders persoonlijkheid, kennis, vaardigheden en visie op de leefomgeving. De verbintenis is persoonlijk en stelt een ieder in staat om te doen waar hij/zij goed in is. Je blijft met elkaar verbonden door de bron, die de basis is waarom je de verbintenis bent aangegaan.

Op basis van liefde en vertrouwen aan de slag gaan met elkaar. Dan blijkt maar al te vaak dat wij gewend zijn om te werken en te denken vanuit wantrouwen en controle. Als ik in mijn gesprekken het woord liefde gebruik dan blijkt vaak dat de meeste mensen denken aan een liefdesrelatie en niet aan de onvoorwaardelijke liefde die nodig is voor zuster- of broederschap.
Zijn we in staat om onze verantwoordelijkheden te nemen, door deel te nemen, dialoog te voeren en mee te denken over alles wat onze leefomgeving beïnvloed?
Dit lijkt heel eenvoudig, maar hoe zorg je ervoor dat je deelneemt, dialoog voert of meedenkt in het algemeen belang? Weet jij wat het beste is voor jouw buren, buurt, wijk, dorp of stad? Kun jij voorbij je eigen belang kijken?

Het antwoord is nee, ik kan dat niet, jij kan dat niet, wij kunnen dat niet. Maar we kunnen het onszelf wel aanleren, door ons bewust te zijn van de valkuilen van het eigen belang.
We hebben ruimte nodig voor experimenten, het leren zien van onze valkuilen en open te staan te leren van onze fouten!

Mijn conclusie is dat het zijn tijd nodig heeft maar dat ik langzaam een wending zie in denken en systemen. Een verschuiving van verzorgingsstaat naar participatieve samenleving en uiteindelijk hopelijk naar een zelfsturende samenleving. Bij dat laatste gaat het om wat jij en ik omdenken en omdoen, innoveren en veranderen.

Doe je mee?

DDD